Is een speculatieve zeepbel te herkennen?

Gepubliceerd op 11 augustus 2017 om 07:57

Blijkbaar zit speculatie in de menselijke genen. Iedereen die wat heeft, wil er meer van maken en het geluk beproeven: of het nu met de aankoop van een tweede huis is of met goud, aandelen of zoals nu virtuele munten.

De kunst is timing. Er moet worden gekocht op het moment dat de prijzen het laagst zijn en worden verkocht als ze op het hoogtepunt zijn. Die momenten kent niemand. Maar anderen kunnen wel mensen wijs maken dat zij het weten.

De economische geschiedenis is daardoor en aaneenschakeling van zeepbellen: van de Nederlandse tulpengekte tot de Amerikaanse goudkoorts, de Japanse vastgoedspeculatie en de woekerpolissen. Mensen zijn kuddedieren die samen worden verblind door eurotekens en één voor één tot bezinning komen.

Zeepbellen zijn een luilekkerland voor superfraudeurs. De jongste kredietcrisis had Bernie Madoff die de financiële goegemeente, waaronder grote pensioenfondsen, voor 65 miljard dollar tilde.

Toen na de Napoleontische oorlogen de rentes in het Westen daalden, doken veel beleggers op obligaties van net onafhankelijk geworden Latijns-Amerikaanse landen die veel hogere rentes boden. Enorme goud- en zilvervoorrraden leken terugbetaling te verzekeren. Een Schotse soldaat verzon het niet-bestaand land Poyais, waarvan hij zelf de baas werd en waarvoor hij obligaties plaatste die door serieuze banken werden gegarandeerd. Toen de fraude bekend werd, stortte de markt ineen. Ook de obligaties van de echt bestaande landen bleken waardeloos, omdat er geen geschikt systeem bestond om belastingen te innen en de obligaties af te lossen. Het gevolg was een bankrun die een wereldwijde crisis veroorzaakte.

De essentie van speculatieve zeepbellen is dat ze niet te herkennen zijn. In principe is sprake van een zeepbel als aan de prijs van een goed meer waarde wordt toegekend dan de reële waarde. Dit wordt de irrationele waardestijging genoemd. Hoewel economen via modellen inconsistenties in prijsontwikkeling proberen te onderkennen, is de scheiding tussen de rationele en irrationele waardestijging niet te maken.

De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Eugene Fama schreef: 'Ik weet niet wat een zeepbel is. Meestal wordt het geroepen bij waardedaling. Maar dat is achteraf gepraat. Ik heb mijn abonnement op The Economist opgezegd omdat per pagina drie keer het woord zeepbel wordt gebruikt.'

Robert Shiller, ook Nobelprijswinnaar, beschreef een zeepbel als een situatie waar beleggers een product kopen, omdat 'stijgende prijzen de verwachting scheppen van verder stijgende prijzen'. Keynes sprak van anticipatie op toekomstige massapsychologie.

Wie zich de haren uit het hoofd trekt, is misschien niet zo gek bezig.

 

Bron: Volkskrant

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.