Schrap aandelen, investeer in ruil voor bitcoins. Een goede belegging?

Gepubliceerd op 21 september 2017 om 16:46

Er is een nieuwe rage op de beleggingsmarkt. In ruil voor je investering krijg je niet langer aandelen, maar virtueel geld, bijvoorbeeld bitcoins. Het lijkt een goede belegging, maar er zijn vele risico's.

Rond 2000 overspoelde de IPO-hype (Initial Public Offering) van kleine internetbedrijven de wereld. Vandaag is er een nieuwe rage: de ICO’s of Initial Coin Offerings. In ruil voor hun investering ontvangen de inschrijvers geen aandelen maar een nieuw gecreëerde digitale munt of token. Risicoloos is het allemaal niet.

 

Het Leuvense Settlemint lanceerde afgelopen maandag zijn ‘white paper’ en kondigde een eerste uitgifte van tokens aan. Daarmee is de eerste Belgische Initial Coin Offering een feit. Bij een ICO ontvangt een investeerder een hoeveelheid van een nieuw gecreëerde digitale munt of een token.

 

De aankoop of verkoop van een token gebeurt doorgaans met een andere bestaande virtuele munt zoals Bitcoin of Ether. Met het geld ontwikkelt het bedrijf een computercode doorgaans voor het opzetten van een blockchain. Het grote voordeel van blockchain is dat het transacties zonder tussenpersonen mogelijk maakt.

 

Voorbeelden zijn het opzetten van een gedecentraliseerde vastgoedmarkt of internettoepassingen voor weddenschappen.

 

 

Operationeel risico

Blockchain is zonder meer beloftevol. De uitgifte van de ICO’s gebeurt echter door jonge startende bedrijven. Vaak is er enkel idee en zelfs nog geen concreet product of dienst.

 

Deze markt is dan ook weggelegd voor  gespecialiseerde risicokapitaalfondsen. Zij passen de reuzenschildpaddeneierenstrategie toe. Ze spreiden hun inleg in tal van kleine projecten. Groeit één daarvan uit tot een echte reuzenschildpad, dan compenseert dit de teloorgang van al de andere projecten.

 

Intekenen op één enkel project lijkt dan ook eerder op het kopen van een lottoticket. Tot daar het operationeel risico.

 

 

Frauderisico

Daarbovenop stelt zich het frauderisico. De ICO’s vallen onder geen enkele regelgeving. Dit kan omdat ze een munt aanbieden in plaats van effecten. Het enige wat de emittent nodig heeft, is een ‘white paper’ waarin de plannen worden uitgelegd.

 

Als pure digitale aanbiedingen zijn beleggers blootgesteld aan internetfraudes. Dat gaat van ‘phishing’ tot het ‘hacken’ van de onderliggende software van de bedrijfjes zelf.

 

 

Meervoudig wisselkoersrisico

Tot slot zijn er stevige wisselkoersrisico’s. De startende ondernemingen geven een token uit waarvan de waardering afhangt van het commercieel succes van de dienst of het product dat het bedrijf op de markt brengt. Het aantal datatokens dat wordt uitgegeven, is op voorhand vastgelegd.

 

Is er veel vraag naar haar product, dan stijgt de vraag en dus ook de waardering van de tokens. Bij een flop worden ze waardeloos.

 

De notering van de munt gebeurt op een niet-gereguleerde online wisselmarkt. Om gebruik te maken van de dienst moeten de tokens aangekocht worden. Men kan ze ook uit speculatieve overwegingen kopen. De betaling gebeurt in één van de ‘gevestigde’ cryptomunten zoals Bitcoin, Ripple en Ether. De bewegelijkheid van deze munten is echter enorm. De voorbije week fluctueerde Bitcoin tussen een piek en een bodemprijs van 4352 en 2981 US dollar. Sinds de start van het jaar steeg Bitcoin van 1000 dollar naar een piek van 4950 (1 september). Dit muntrisico komt bovenop het tokenrisico.

 

 

Muntrecht van de overheden

Overheden volgen de evoluties nauwlettend op, zowel aangaande de ICO’s als wat betreft de virtuele munten of cryptocurrencies. De Chinese overheid hebben ICO’s al verboden en staan op punt alle cryptocurrency wisselmarkten te sluiten.

 

De Amerikaanse Securities and Exchange Commision stelde in juli dat het vele van die nieuwe munten en tokens beschouwt als effecten waardoor ze onderhevig zijn aan de veel strengere regelgeving voor IPO’s.

 

Wat betreft de virtuele munten zelf: deze brengen het zogenaamde ‘seignorage’ recht of muntrecht in gevaar. Wanneer de Amerikaanse schatkist een 100 dollar briefje uitgeeft, dan kan ze daarmee voor 100 dollar aan goederen en diensten kopen. De kost om zo’n briefje te drukken, is quasi nul. Dit recht leverde de Amerikaanse overheid tijdens het voorbije decennium 70 miljard dollar per jaar op. Noch de VS noch andere landen die hun eigen munt uitgeven, willen dat inkomen afstaan.

 

Vroeg of laat zullen de overheden dan ook hun eigen virtuele munt creëren. Volledige anonimiteit zullen deze waarschijnlijk niet bieden, maar voor de meeste mensen stelt zich daar geen probleem. Een door de overheid gesponsorde virtuele munt biedt bescherming aan haar bezitters. Daardoor wordt het meer waardevol als gebruiksinstrument.

 

 

Misbruik

En daarmee belanden we bij een meer fundamentele kwestie. Bitcoin en de andere virtuele munten lijken, zoals het Canadese onderzoeksbureau BCA Research het uitdrukt, oplossingen te bieden op zoek naar een probleem. Mensen kunnen nu reeds op een relatief eenvoudige en legale manier geld transfereren.

 

Als het belangrijkste praktische voordeel van een munt erin bestaat kapitaalcontroles of bestaande wetgeving te omzeilen evenals meer mogelijkheden te bieden aan belastingfraudeurs, junkies en hackers, dan moet de overheid daar ooit paal en perk aan stellen. Het koerseffect op de cryptocurrencies op dat moment laat zich raden.

 

 

 

Bron: https://www.vrt.be

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.